Doktersassistenten/triagisten krijgen steeds vaker met patiënten te maken die geen Nederlands spreken. Dat kan gaan om toeristen, buitenlandse werknemers of bijvoorbeeld recent gearriveerde vluchtelingen. De meest gangbare oplossing is dan om het gesprek in het Engels te voeren. Veel doktersassistenten zien daar echter tegen op. Een gesprek voeren als professional is immers heel wat anders dan een gesprekje over huis-tuin en keukenonderwerpen op de camping. Deze scholing geeft u handvatten om de patiënt adequaat te woord te staan.
Tijdens de training krijgt de doktersassistent handvatten voor een efficiënt en adequaat triage gesprek. Met behulp van casuïstiek, oefenen we welke vragen het beste gesteld kunnen worden om tot een juiste urgentie te komen. Er is ruimte voor individuele inbreng vanuit eigen ervaringen.
De deelnemers ontvangen een reader en een triage kaart.
De scholing wordt verzorgd door 2 docenten, met respectievelijke specialisaties taalvaardigheid en medisch-inhoudelijke kennis.
Kabiz, 2 accreditatiepunten
Niet medisch-inhoudelijk